Maaike maakte de Transsylvanië trektocht in Roemenië, ze genoot van de pure natuur, de gastvrije bevolking, de fijne paarden en de snelle ritten: hier lees je haar reisverslag.
Kennismaken
In de namiddag kwam ik als laatste van de groep aan op het vliegveld in Boekarest. Een groep van zes meiden stond mij enthousiast op te wachten. Ons avontuur in Roemenië kon nu echt gaan beginnen! Na een autorit van drie uur kwamen wij aan bij de stallen en het verblijf voor onze eerste (en laatste) nacht. Onderweg had ik al zoveel indrukken gekregen. Het glooiende landschap had plaats gemaakt voor de bergen. De bomen hadden al hun prachtige herfstkleuren. We kregen een heerlijk diner en leerden elkaar kennen. De vier begeleiders voor deze week stelde zich voor en luisterden aandachtig naar mij bij het vertellen van mijn rijervaring en de wensen voor het soort paard dat ik graag rij.
We begonnen de dag met een rondleiding. Er werd verteld over de akkerbouw en al het vee. Maar het leukste moment was toch wel toen de paarden voorgesteld werden waar wij deze week mee op pad zouden gaan! Nadira was mijn paardje en ik was opslag verliefd op haar.

Romeinse gastvrijheid
Rustig aan maakte we kennis en maakte we ons klaar voor de eerste rit. We reden door de valleien naar het dorpje Mandra. Onderweg hadden we een lunchstop en natuurlijk ook vele foto stops, want het uitzicht was adembenemend. De trektocht gaat door de regio die Transsylvanië heet, eeuwenoude dorpjes passeer je en je rijdt door oerbossen. De Karpaten is een bergketen die de regio omsluit, hier heb je dan ook uitzicht op. Bij helder weer zie je de sneeuw op de toppen liggen! Deze nacht brachten we door in een guesthouse. Dit was een unieke ervaring. De Roemenen zijn ontzettend gastvrij. De barbecue werd voor ons aangestoken en er werd tot laat in de avond gekletst en gelachen aan de grote tafel in de woonkamer.
Flinke stukken galop
Om 9 uur zaten we weer in het zadel, op naar Cobor! Deze dag werden vele heuvels getrotseerd, vaak ging dit gepaard met flinke stukken (ren)galop. Wat een vrijheid en rust! Omringd door de natuur en herders met grote kudde schapen en/of geiten. Een groot gedeelte van de dag reden we over een bergpad dat de scheidingslijn was tussen een prachtig bos en de vallei onderaan de berg. Hierdoor hadden we een prachtig uitzicht. In Cobor verbleven we twee nachten, waardoor we de volgende dag de omgeving van Cobor gingen verkennen. Dit was mijn favoriete dag! In galop sprongen we over boomstammen in het bos, rivieren werden overgestoken, we passeerde verschillende dorpjes en kregen boven op de berg een verrassingslunch.

Huifkartocht
Na twee nachten in Cobor stond ons een lange rit te wachten naar Viscri. Roemenië kent veel verschillende bevolkingsgroepen en dat was ook goed zichtbaar, vooral in het geloof dat zij aanhangen. De orthodoxe en de katholieke stroming wisselden elkaar bij elk dorpje af. Toen we laat in de middag in Viscri aankwamen snapte ik direct waarom dit dorpje zo bijzonder is. Het dorp is in oude glorie hersteld, en dat is heel goed gelukt! Bijzonder om in de cultuur van de Saksen ondergedompeld te worden. Om de cultuur nog beter te begrijpen maakten we de volgende ochtend een huifkartocht en bezochten we de weerkerk van Viscri. Marius, onze tourguide voor als we niet op het paard zitten, had veel te vertellen over de geschiedenis.
Rijden bij zonsondergang
Na een leerzame ochtend maakten we een lange middag rit naar The Wooden House. Zoals de naam al zegt: een huis van hout, midden in het bos. Het laatste stuk over de heuvels reden we tijdens zonsondergang, dat was prachtig! De volgende dag was jammer genoeg al de laatste rij dag. Ik heb volop genoten van de mooie omgeving met een paar heerlijke stukken galop en de mooie dorpjes. De week werd goed afgesloten met een feestje en veel Palinka’s (een traditionele sterke drank).

Vrijheid
Roemenië heeft mij verrast. De mensen zijn gastvrij, vriendelijk en kunnen ontzettend goed koken! Door het communisme dat Roemenië gekend heeft bekommerd niemand zich over de kadaster grenzen, er wordt dus overal vrij gereden. Iets wat ik mij, als Nederlander, niet kon voorstellen. Dat maakt dat je volop van de natuur kan genieten. Het is allemaal heel puur en rauw, behalve de schaapherders kom je in de bergen niemand anders tegen! Hoogvlaktes, laagvlaktes, dorpjes en bos wisselen elkaar door de dag heen af. Elke dag zaten we gemiddeld zo’n 6 uur in het zadel, dat vraagt veel van je eigen lichaam maar vooral ook van het paard. Het bedrijf zorgt onwijs goed voor de paarden en daar help je zelf ook in mee. Aan alles wordt gedacht en de paarden staan echt voorop in verzorging, uitrusting en het voedsel.
Ik heb van alles volop genoten! Wat was het een fijne en gezellige week! Op naar de volgende…